De werking van de artikelen 1:88 en 1:89 BW bij grensoverschrijdende borgtochten

B.F.P. Lhoëst,  De werking van de artikelen 1:88 en 1:89 BW bij grensoverschrijdende borgtochten, JBN 2014(10) 52

De afgelopen jaren is een aantal buitenlandse banken onaangenaam verrast door de verstrekkende gevolgen van de typisch Nederlandse gezinsbeschermende bepalingen van de artikelen 1:88 en 89 BW. Bij wanbetaling door de debiteur blijkt de door de buitenlandse bank ter zekerheid verlangde borgstelling opeens minder zekerheid te geven dan verwacht doordat de echtgenote van de borgsteller met succes een beroep doet op vernietiging van de borgtochtovereenkomst wegens het ontbreken van haar toestemming bij het aangaan van deze overeenkomst. In de hieronder te bespreken uitspraken van Hof Arnhem van respectievelijk 12 juni 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BX0484 en 6 november 2012, ECLI:GHARN:2012:BY2736, komt de problematiek van grensoverschrijdende borgtochten in volle omvang aan de orde.

Reacties zijn gesloten.