De Europese Huwelijksvermogensrechtverordening; toepasselijk recht en rechtskeuzemogelijkheden

De Europese Huwelijksvermogensrechtverordening; toepasselijk recht en rechtskeuzemogelijkheden

Estateplanner Digitaal 2016

Mr. Brigitte F.P. Lhoëst

Op 29 januari 2019 wijzigen de Nederlandse regels over de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, en erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen inzake de vermogensstelsels van internationale paren ingrijpend. Op die datum worden de Huwelijksvermogensrechtverordening en de Verordening Vermogensrechtelijke Gevolgen van Geregistreerde Partnerschappen van toepassing. Vanaf dan geldt er een stelsel van uniforme regels van internationaal privaatrecht, die toegepast worden in achttien lidstaten van de Europese Unie. Deze lidstaten zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Finland en Zweden.

Hiermee komt een voorlopige afronding van de voorstellen die de Europese Commissie op 6 maart 2011 indiende om te komen tot een eenvormige conflictenregeling ten aanzien van het huwelijksvermogensrecht en het vermogensrecht voor geregistreerde partners.

De regels over het toepasselijke huwelijksvermogensrecht/partnerschapsrecht zijn vereenvoudigd. Hebben de echtgenoten/partners geen rechtskeuze uitgebracht, dan geldt voor hen het recht van het land waar zij zich na de huwelijkssluiting/aangaan van het partnerschap gezamenlijk hebben gevestigd. Blijven zij in verschillende landen wonen, dan is het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. Ontbreekt ook die, dan geldt het recht waarmee de echtgenoten/partners het nauwst zijn verbonden.

Echtgenoten en geregistreerde partners kunnen in huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden afwijken van de bovenstaande regels als zij een rechtskeuze ten aanzien van het toepasselijke vermogensrecht uitbrengen. Zij kunnen dan kiezen voor het recht ven de nationaliteit of de woonplaats van een van de echtgenoten/partners op het moment van het uitbrengen van de rechtskeuze.

De regels van de Verordeningen over het toepasselijke vermogensrecht zullen alleen gelden voor huwelijken/geregistreerde partnerschappen die worden aangegaan vanaf 29 januari 2019. Voor ‘oude’ huwelijken en partnerschappen blijven de huidige ingewikkelde regels gelden, tenzij zij na 29 januari een rechtskeuze uitbrengen.

In deze bijdrage bespreek ik de overeenkomsten en verschillen tussen de huidige en toekomstige conflictregels voor Nederland betreffende het toepasselijke huwelijksvermogensrecht. Kernpunten zijn de objectieve verwijzingsregels en de rechtskeuzemogelijkheden. In hoofdstuk 1 geef ik een eerste impressie van de inhoud en reikwijdte van de Huwelijksvermogensverordening. In hoofdstuk 2 worden de objectieve verwijzingsregels die gelden indien er geen rechtskeuze is uitgebracht besproken en in hoofdstuk 3 komt de rechtskeuze aan de orde.

Wilt u een kopie van deze bijdrage of meer weten over de werking van de Verordeningen in uw specifieke situatie? Stuur een mailtje naar info@internationaal-familierecht.nl