Waarom schaffen we het geregistreerd partnerschap niet af?

Geregistreerd partnerschap juridisch en fiscaal gezien overbodig

In het Vakblad Estate Planning bepleiten mr. Hanneke Kroonenberg en mr. Brigitte Lhoëst de afschaffing van het geregistreerd partnerschap.

Hanneke Kroonenberg en Brigitte Lhoëst stellen dat het geregistreerd partnerschap bij de invoering op 1 januari 1998 absoluut een aanvullende functie had ten opzichte van het huwelijk. Op dat moment was namelijk een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht niet mogelijk.

Verschillen klein

Sinds 1 april 2001 kunnen personen van hetzelfde geslacht in Nederland wel met elkaar trouwen. De auteurs wijzen erop dat de huidige verschillen tussen het huwelijk en geregistreerd partnerschap klein zijn. Fiscaal gezien zijn er geen verschillen; beide verbintenissen leiden tot fiscaal partnerschap. Er zijn wel een paar juridische verschillen. Een belangrijk juridisch verschil is dat in sommige landen het geregistreerd partnerschap niet wordt erkend. Huwelijken van personen van verschillend geslacht worden daarentegen overal ter wereld erkend. Ook zijn de rechtsgevolgen in alle landen in grote lijnen hetzelfde. In landen die geen huwelijk maar wel een geregistreerd partnerschap tussen personen van gelijk geslacht toestaan, telt het Nederlandse homohuwelijk als een geregistreerd partnerschap. Internationaalrechtelijk levert een huwelijk dus de minste complicaties op.

Dubbelop

Kroonenberg en Lhoëst menen dat een afschaffing van het geregistreerd partnerschap bovendien een vereenvoudiging zou betekenen. Zij vinden dat het geregistreerd partnerschap nu een rechtsfiguur is die in Nederland dubbelop is. In de praktijk weten de meeste mensen volgens hen niet het verschil tussen een geregistreerd partnerschap en het ongehuwden ongeregistreerd samenleven. Ook het geregistreerd partner zijn en het hebben van een samenlevingscontract worden weleens met elkaar verward. De verschillen tussen geregistreerd partnerschap en het huwelijk zijn meer van emotionele aard, maar Kroonenberg en Lhoëst vinden deze emotionele argumenten niet opwegen tegen de juridische argumenten.

Dit bericht is slechts een beknopte samenvatting van het artikel, dat u kunt lezen in het Vakblad Estate Planning, nr. 51.

 

Reacties zijn gesloten.